Denk groot
‘Als je mij vraagt waar we over zo’n jaar of 4 zouden moeten staan – als dit programma Modal Shift klaar is (ergens in de loop van 2024) dan denk ik dat we een flinke slag geslagen moeten hebben in de verduurzaming van de binnenvaart. Bijvoorbeeld met waterstof aangedreven binnenvaartschepen zoals we dat met Noordrijn-Westfalen in een Europees verband onderzoeken. Hierbij gaat het niet alleen om de technologie, maar om het hele systeem. Denk daarbij aan regelgeving (mag het?), de business case (kan het uit?) en de valuecase met aspecten als emissiereductie en veiligheid (willen we het?).
Maar naast Modal Shift zullen we ook vol moeten inzetten op de spoorinfrastructuur. Daarbij kan Modal Shift ons ook helpen: om Modal Shift te operationaliseren is samenwerking tussen tal van aanbieders een must. Juist dat gaan we in deze regeling verder stimuleren. Van die beweging kan spoor dan ook profiteren. Maar wat daarbij ook cruciaal is, is om de afstemming met de collega’s die verantwoordelijk zijn voor woningbouw verder te professionaliseren. Want te dicht bouwen langs het spoor heeft rechtstreeks consequenties voor de omvang van het goederenvervoer over het spoor. En tenslotte moet je ook oog hebben voor investeringen in het wegtransport. Zoals bijvoorbeeld de verbreding van de A15 tussen Papendrecht en Gorinchem (van 2 naar 3 rijstroken) Want laten we wel wezen: Modal Shift stimuleren betekent niet het bevorderen van de concurrentie tussen de modaliteiten. Iedere modaliteit heeft z’n kracht, het gaat erom dat we die modaliteit willen inzetten die het beste past bij aard en het karakter van de goederenstroom.’
Toekomstige mobiliteit vraagt om meer regie
Tot slot Floor, wat is je suggestie voor de IenW collega’s? ‘Laat ik vooropstellen: de samenwerking met het ministerie is prima. We weten elkaar goed te vinden. Ieder vanuit de eigen rol en verantwoordelijkheid. Maar uiteraard zijn er verbeterpunten. Dat begint met de strijd om de centen. Hebben we voldoende beschikbare middelen, passend bij de juiste investeringsbeslissingen. Je zou IenW graag die positie in het krachtenveld willen gunnen die niet alleen past bij de ambitie van onze toekomstige mobiliteit, goederenvervoer, maar ook de consequenties daarvan voor andere disciplines zoals bijvoorbeeld woningbouw. Wetende hoe dominant mobiliteit is als aanjager voor onze nationale economie en daarmee voor onze toekomstige welvaart. En daarbij hoort wat mij betreft ook het slim voeren van regie met andere disciplines zoals bijvoorbeeld woningbouw. Daar liggen écht kansen.’
Dirk-Jan de Bruijn/Michiel Jak[2]
[1] Op de corridors Oost en Zuidoost; dat gaat dan om het bestuurlijke overleg tussen IenW, de 4 provinciën (Zuid-Holland, Noord-Brabant, Limburg en Gelderland) en het Havenbedrijf Rotterdam.
[2] Zij houden deze interviews vanuit hun ‘trekkende rol’ in het op te zetten Modal Shift programma, geïnitieerd door het samenwerkingsverband ministerie van IenW, Logistieke Alliantie én Topsector Logistiek. In het kader van dit op te zetten programma worden meerdere bestuurders, ondernemers en experts/influencers geïnterviewd die een rol spelen in het creëren van een doorbraak op in het taaie Modal Shift vraagstuk.