Schippers, vervoerders en verladers moeten samen in gesprek over duurzaamheid

Interview met Peter Pleket en Jacob Verdonk (schippers)

We hebben een gesprek met twee schippers die samen met hun partners dagelijks in de praktijk waarmaken dat binnenvaart voor verladers een betrouwbare manier is om goederenstromen van en naar toeleveranciers en afnemers te vervoeren.

Jacob vaart met MS Anda (2009, 135 meter, 3900 ton en 254 TEU) de laatste 3,5 jaar wekelijks met containers de driehoek Koblenz, Antwerpen, Moerdijk. Peter vaart met MS Maritiem (1993, 86 meter, 1600 ton) met droge bulk door West-Europa. De bouwjaren illustreren dat schepen een lange levensduur hebben. De uitdaging is om naast nieuwbouw van schepen op basis van de nieuwste technieken en brandstoffen, ook veel aandacht te schenken aan verduurzaming van de omvangrijke bestaande vloot. Die twee benaderingen samen zullen ervoor moeten zorgen dat de binnenvaart zich als duurzame modaliteit steeds blijft verbeteren en samen met spoor en wegvervoer aan verladers de optimale mix van duurzaamheid, prijs en prestaties kan leveren. Dat is in de praktijk volgens Jacob niet eenvoudig: ‘toen wij in 2009 gingen varen met de MS Anda waren we een van de schoonste schepen in Europe, de uitstoot voor het vervoer van 254 TEU was toen vergelijkbaar met die van een Mercedes Vito’. Nu in 2021 zijn we nog steeds een van de schoonste schepen in de sector’. Voor Peter geldt dat bij de installatie 4 jaar terug van een nieuwe motor in zijn schip uit 1993 wel een katalysator is ingebouwd achter de motor, maar dat die nog niet in gebruik is. “De kosten die daarvoor en ook voor een roetfilter moeten worden gemaakt (Peter schat zo’n € 100.000 -) zijn simpelweg nog niet terug te verdienen: Groen kost eerst Poen, ook in de binnenvaart ”.

Het verschil met wegtransport is dat de economische levensduur van een truck veel korter is en dat er na 3-5 jaar een geheel nieuwe truck wordt ingezet. Daarnaast komt de wegvervoerder letterlijk op het bedrijfsterrein van de verlader en brengt/haalt daar een container voor die klant op. Bedrijfsnaam, truck, logo en chauffeur zijn dagelijks zichtbaar. De chauffeur spreekt af toe met de planner. De binnenvaart, schipper en schip zijn in die zin veel anoniemer. De totale lading van een schip is afkomstig van diverse verladers en de afstand tot een individuele klant is groot, letterlijk, maar ook in onderling begrip van elkaars werelden. Schipper en planner ontmoeten elkaar zelden, misschien op een congres. “Er zijn in de logistieke ketens veel tussenschakels via bevrachters en wij zijn als schippers/ondernemers dagelijks onderweg, op afstand”. Dat schippers op hun schip daarbij waardevolle lading van een bepaalde verlader vervoeren is over een weer vaak niet bekend. “Die werelden moeten we dichter bij elkaar brengen want ga je met elkaar in gesprek dan leidt dat en tot meer begrip maar ook tot concrete resultaten”. En dan gaat het ook lukken om de vicieuze cirkel te doorbreken waardoor verladers de voordelen van sneller vergroening niet zelf horen.

Volgens Mark kunnen ook overheden bij aanbesteding veel nadrukkelijke sturen op versnelling van duurzaamheid. Naast overheidssubsidies bij investeringen is voor de versnelling van verduurzaming van de binnenvaart ook nodig dat verladers de extra groene waarde die het hen oplevert, ook vertalen in een structurele bijdrage aan het verdienmodel van schippers. Dat gaat niet om wereldschokkende bedragen. Als vuistregel geven Jacob en Peter aan dat het zou gaan om zo’n 10% van de prijs per ton per dag. Voor een schip met het tonnage zoals Jacob heeft (3900 ton) komt dat neer op € 0,07 per ton per dag extra voor opdrachtgevers om daarmee de kosten van de extra investeringen in installaties, afschrijving en het onderhoud af te dekken.

In rechtstreeks gesprekken met verladers blijkt dat het effect op de kostprijs van hun producten uiterst gering is en dat dit geen drempel vormt. Alleen worden die gesprekken te weinig rechtstreeks gevoerd en zijn veel van de tussenschakels tussen schipper en verlader te eenzijdig gericht op de laagste prijs.
Investeren in vergroening is in de binnenvaart ook nog erg kostbaar doordat voor iedere motor nu nog maatwerk geleverd moet worden en geen massaproductie mogelijk is zoals in de vrachtwagens. Daarom moeten vrachtwagenmotoren ook echt toegestaan worden in onze sector. Dit zou veel kosten kunnen besparen. Ook de inzet van de nieuwe generatie brandstoffen kan sneller ook al zijn er natuurlijk ook kinderziektes. Peter: “onze brandstoftanks zijn heel groot en vocht is bij biobrandstoffen dus een groter probleem dan bij een vrachtwagen die veel frequenter wordt getankt”.

Het zou dus ook in dat opzicht een fantastisch vliegwiel zijn voor versnelling wanneer verladers het door hen ervaren duurzaamheidsvoordeel omzetten in een minimale verhoging van de kosten per ton. Volgens Jacob en Peter zijn ook “partnership” en “perspectief” in de samenwerking van schipper, vervoeder en verlader extra aanjagers voor verduurzamen van de huidige vloot én het sneller infaseren van de nieuwe generatie schepen. Wanneer een vervoerder of verlader zaken moet doen met steeds wisselende schepen die qua duurzaamheid sterk verschillen of wanneer schippers zakendoen met steeds wisselende verladers die duurzaamheid sterk verschillend waarderen dan remt dat de noodzakelijke investeringen in duurzaamheid. Meer rechtstreeks contact met verladers over de benefits van de binnenvaart, transparantie over de geringe extra kosten voor versnelling van verduurzamen en echt samen optrekken van schippers, vervoerders en verladers vormen de basis voor een binnenvaart die samen met spoor en weg, verladers en vervoerders optimaal en duurzaam kan bedienen.

Dirk-Jan de Bruijn/Jos Holtus[1]

[1] Zij houden deze interviews vanuit hun ‘trekkende rol’ in het op te zetten Modal Shift programma, geïnitieerd door het samenwerkingsverband ministerie van IenW, Logistieke Alliantie én Topsector Logistiek. In het kader van dit op te zetten programma worden meerdere bestuurders, ondernemers en experts/influencers geïnterviewd die een rol spelen in het creëren van een doorbraak op in het taaie Modal Shift vraagstuk.